Je kunt kleine bleke ringen zien in de grijze vacht op mijn rug.
Mijn oren zijn zo goed verborgen dat je ze niet kunt zien.
Mijn poten zijn licht geweven zodat ik lang kan zwemmen.
De vorm van mijn snuit helpt om de koude lucht die ik inadem op te warmen.
Als ik bang ben, piep ik.
Mijn naam betekent 'hees' omdat mijn geluid ruw is en lijkt op dat van een wolf.
Mijn staart dient als sjaal en houdt me warm in de kou.